Wat is een mallet vinger
Een mallet vinger is een strekpeesletsel van de top van de vinger.
Oorzaak
Een mallet vinger ontstaat doordat u de gestrekte vinger stoot, bijvoorbeeld bij het opmaken van een bed. Ook wanneer er bij het sporten een bal op het gestrekte topje van de vinger terecht komt, kan een mallet vinger ontstaan. Door dit ongeluk scheurt de strekpees los van de aanhechting aan het bot van het laatste vingerkootje (DIP-gewricht). Dit kan ook gepaard gaan met het losscheuren van een klein of groter botstukje van dit kootje.
In beide gevallen is het gevolg hetzelfde: het eindkootje van de vinger staat gebogen en kan niet meer gestrekt worden. Met behulp van de andere hand is dit wel mogelijk. De vinger lijkt dan op een hamertje; de Engelse benaming hiervoor is een mallet.
Symptomen
- Het moment van het scheuren van de strekpees hoeft niet pijnlijk te zijn
- Het topje van de vinger staat in een gebogen stand
- Het lukt niet om het topje van de vinger zelf te strekken
- Er kan een lokale zwelling aanwezig zijn
Diagnose
Een mallet vinger is duidelijk te zien wanneer het topje in een gebogen stand staat en niet meer actief gestrekt kan worden. Een röntgenfoto kan aantonen of er ook een stukje bot is afgebroken en hoe groot dit stukje bot is.
Behandeling
Indien er een stukje bot is afgebroken en dit niet meer op de goede plek zit of te groot is, is een operatie noodzakelijk. De chirurg zet het botje en de afgescheurde pees dan weer vast. Na de operatie verloopt het proces zoals verderop beschreven. Maar in de meeste gevallen is een malletvinger goed te behandelen met een spalk in combinatie met handtherapie.
De vinger moet in een gestrekte stand worden gehouden met behulp van een spalk. U krijgt een individueel aangemeten spalk die ervoor zorgt dat het eindgewricht in de maximale strekstand staat, bij voorkeur in een overstrekte stand. Op deze manier kunnen de peesuiteinden weer aan elkaar groeien.
Deze spalk moet gedurende 6 tot 8 weken blijven zitten zonder dat het topje ook maar één keer buigt!
Het schoonmaken van de vinger moet voorzichtig en nauwkeurig gedaan worden zonder dat de vinger buigt. Dit wordt daarom een keer per week door de ergotherapeut gedaan. Zelf mag u de spalk niet af doen. De vinger mag niet nat worden en de spalk mag niet gaan schuiven. U dient daarom voorzichtig te zijn met sporten en zware belasting.
Het 2e gewricht (PIP) mag wel buigen als u de spalk om hebt. Het is belangrijk dat deze niet stijf wordt.
Na 6-8 weken start de handtherapie met oefeningen voor het DIP gewricht. U gaat dan voorzichtig beginnen met het bewegen van het eindgewricht.