Wat is het carpaal tunnel syndroom?
Bij het carpaal tunnel syndroom wordt de middelste handzenuw (n. medianus) bekneld ter hoogte van de pols.
Oorzaak
Door zwelling rondom de zenuw kan deze bekneld raken. Deze zwelling kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van overbelasting, maar ook door toename van vocht door bijvoorbeeld een zwangerschap of bepaalde aandoeningen zoals een trage schildklier. Verder zijn overgewicht en suikerziekte risicofactoren voor het krijgen van het carpaal tunnel syndroom.
Symptomen
- Tintelingen in de duim, wijs-, middel- en een gedeelte van de ringvinger.
- Slapende vingers
- Gevoelloze, stijve vingers of hand
- Verminderde kracht
- Pijn in de hand of vingers, soms ook uitstralend naar de onderarm
Diagnose
De diagnose wordt gesteld of basis van de klachten en lichamelijk onderzoek. Aanvullend onderzoek kan in de vorm van een EMG (elektromyogram); bij dit onderzoek wordt de werking van de zenuwen en spieren getest. Ook kan ervoor worden gekozen een echo van de zenuw te maken. Dit aanvullend onderzoek is niet altijd noodzakelijk, omdat het klachtenbeeld soms al duidelijk genoeg is.
Behandeling
De eerste stap is spalktherapie. Er wordt geadviseerd om minimaal acht weken in de nacht een polsspalk te dragen, waardoor de pols rust krijgt en de zwelling af kan nemen. Verder wordt er gekeken naar de juiste polshouding tijdens de uitvoer van dagelijkse activiteiten.
Mocht de spalktherapie onvoldoende werken kan er een injectie of operatie geadviseerd worden. De handtherapeut begeleidt u tijdens dit proces en bespreekt samen met u de voor- en nadelen van beide opties.